Wat is er nieuw?
- Kleuren van de Fiat 850 Coupé en Spider (update)
- Nog wat Fiat 850's ten onder (nog meer deuken)
- Die ene Fiat 850 van Giunsella (update met meer informatie en foto's)
- Die ene Fiat 850 van Giunsella (update)
- Meer over het Abarth OT dashboard voor de Fiat 850
- Nieuwe zekeringkast voor de Fiat 850
- Dit moest ook nog.... Revisie van de Fiat 850 startmotor
- Pakkingen voor de Fiat 850
- Nog een Neckar Adria gevonden (nieuwe foto)
- Pirelli Cinturato banden voor de Fiat 850
Formula 850 1966-1976
Veel bouwers van raceauto's in de Formula 850 waren "eenpitters" die hun projecten in hun vrije tijd ergens in een werkplaats of een schuurtje bouwden. Als ze dan in de middenmoot of lager eindigden kregen ze weinig aandacht en dat betekende meestal dat er weinig of geen artikelen over hen werden geschreven en dat er vaak nog minder foto's zijn.
Zoals je in het merkenoverzicht kunt zien zijn er 206 Formula 850 auto's gebouwd en van de meeste merken heb ik nog geen pagina kunnen maken.
Daarom wil ik hier die merken kort noemen en beschrijven aan de hand van teksten uit 850 Le Fuoriserie van Allessandro Sannia gemerkt met # en datgene wat ik toch op Internet heb kunnen vinden. Omdat er veel uitzoekwerk bij komt kijken is dit een artikel dat steeds wordt aangevuld.
Agosti (Rome)
Bouwde in Rome één auto, gebaseerd op een Patriarca Junior 500, met een 850 motor, Waarschijnlijk was de versnellingsbak die van een Fiat 500 zoals vaker gebeurde in de Formula 850. #
Alloni (Como)
Vincenzo Alloni was Abarth dealer aan de Via Enrico Cosenz in Como maar dat weerhield hem er niet van om ook aan andere merken te werken. Zo hield hij zich bezig met Alfa Romeo, BMW en Fiat. In de jaren 60 bouwde hij een Formula Monza om voor de Formula 850. Ook hielp hij andere teams met het prepareren van motoren.#
Arrigoni (Monza)
Arrigoni was gevestigd aan de Via Lecco in Monza waar hij na zijn vertrek bij BWA zijn Formula 850 bouwde met zijn monteur Michele. Hij presenteerde die auto op het kleine Competitie Salon in Turijn.
Het was natuurlijk te verwachten dat hij zijn auto zou baseren op een BWA waaraan hij zelf had meegewerkt: de 401. Hij veranderde er nogal wat aan: een ander front en ophangingsgeometrie werd licht gewijzigd. Ook de besturing werd aanzienlijk aangepast om het rijgedrag te verbeteren, vooral in scherpe bochten.
De stalen bodem, die voorheen was gemaakt van vastgeschroefd en geklonken aluminium, was nieuw en werd elektrisch gelast over de lengte en vormde zo één geheel met het buizenframe.
De 2 brandstoftanks werden in een dwarsbalk ter hoogte van de knieën van de piloot en achter de rugleuning geplaatst. De eerste vormde een verhoging die tevens dienst deed als beensteun. Beide tanks communiceerden met elkaar. Op de foto zie je de rijpositie waar een "klassieke" stoel ontbreekt, maar er is een soort "gewatteerde kuip" die, naast een constructieve vereenvoudiging, het frame en de structuur meer stijfheid gaf.
De dwarsbalken waren ook nieuw om meer sterkte en stijfheid te verkrijgen. De voorste werd verplaatst en de flexibiliteit ervan kon worden aangepast, zoals al het geval was voor het achterste deel. Arrigoni monteerde ook instelbare schokdempers en nieuwe, flexibelere veren. De voorste remschijven werden vergroot naar een diameter van 215 mm, terwijl de radiateur die voorheen 180 mm was groter werd. De koelleidingen liepen buiten de carrosserie.De motor, ontwikkeld door Alloni uit Como, bereikte een maximaal vermogen van 65 pk.
Atecar (Rome)
Bruno Carotenuto bouwde twee auto's om deel te nemen aan de Formula 850. Zijn ontwerp was afgeleid van een De Sanctis waarbij de carrosserie en de voorwielophanging werden aangepast. Specificaties: Fiat 850-motor, Colotti-versnellingsbak, Girling-remmen en originele De Sanctis-instrumenten.
Autoracing (Campagnano)
Over Autoracing is heel erg weinig te vinden. Het bedrijf was eigendom van Christiano Del Balzo en was gevestigd dicht bij het circuit van Vallelunga. Hij richtte zich vooral op het tunen van motoren en fijnafstelling van de ophanging. Hij overleed in november 2017.
Birel
Birel werd in 1959 opgericht door Umberto Sala, een autohandelaar die in zowel auto’s als motoren racete. Hij begon met de bouw van karts, een tak van sport waarin het bedrijf vandaag de dag nog steeds een van de wereldleiders is.
In 1967 werd geprobeerd om over te stappen naar de autosport, waarbij eerst een Formule 3 monoposto en vervolgens een Formule 850 werd gecreëerd.
Deze had een stalen buizenframe en een kunststof carrosserie, die werd fijngeslepen in de windtunnel van Moto Guzzi.
Van de Formula 850 bouwde Birel slechts één exemplaar maar die auto is gelukkig wel bewaard gebleven en neemt nog deel aan de huidige Formula 850.
Brunetti
Begin jaren zeventig werkte Giancarlo Brunetti aan motoren voor Formule 850-auto's. Zijn werk bestond uit het lichter maken van de bewegende delen, het aanpassen van de uitlaat en het smeersysteem; voor de distributie werden De Sanctis-nokkenassen gebruikt.
BWA werd aan het begin van de jaren 60 van de vorige eeuw in Milaan opgericht door A. Benzoni, Valsecchi en Arrigoni.Hun intentie was om Formule 3 auto's te bouwen.
Het team werd aangevuld met Giorgio Valentini die verantwoordelijk werd voor het ontwerp. Het Formule 3 avontuur eindigde in 1967 en BWA begon in dat jaar met het bouwen van Formula 850 auto's. De merknaam was een samenvoeging van de letters B.V.V.A.
Hun eerste Formula 850 was de BWA 401. Deze auto had een bijzondere constructie: de monocoque was gebouwd van metalen kokers in plaats van het gebruikelijke buizenframe. Daarop werd de carrosserie bestaande uit twee delen glasvezel bevestigd.
Van de 401 werden meerdere exemplaren gebouwd en was redelijk succesvol. In 1973 en 1976 werd de Formula 850 kampioenstitel gewonnen.
De 403 hieronder was een doorontwikkeling van de 401. De foto's komen van thecarchain.com
Deze werd door Christiano Luzzago verkocht.
Na hun Formula 850 avontuur ging A. Benzoni verder met de velgenfabriek BWA.
De auto in dit verhaal is een Del Giovane Formula 850 die op dit moment wordt gerestaureerd. Het ziet er ernstig uit maar de eigenaar heeft er grote plannen mee. Het restauratiewerk zal dus vast resulteren in de hergeboorte van een succesvolle Formula 850 deelnemer.
Er is vrijwel geen informatie over Del Giovane te vinden, weinig tekst weinig foto's; wat ik hieronder vertel komt grotendeels van de site van TopClassico. Wel heb ik twee korte filmpjes gevonden die ik heb samengevoegd. De link staat onderaan dit verhaal.
Vanaf de tweede helft van de jaren zestig werkten de twee broers Augusto en Luciano Del Giovane aan racewagens. Ze waren daar nogal succesvol in en naast talrijke kampioenschapsraces namen de twee broers bijvoorbeeld ook deel aan races op de circuits van Vallelunga en Magione.
Voor de Formula 850 bouwden ze deze monoposto en aan de manier waarop die in elkaar is gezet lijkt het meer op het werk van kleine tovenaars die liever bliksemsnelle dan mooie auto's realiseerden.
Na hun eerste auto, een afgeleide van Abarth, gingen ze in hun werkplaats in de Via Macedonië verder met het tunen van motoren voor het Del Giovane-team.
In het seizoen 1971 hadden ze weinig succes en om hun eer te redden bouwden de broers in de eerste maanden 1972 een nieuwe auto voor de Formule 850. De racer, gebaseerd op de techniek van de Fiat 850 werd zeer snel gebouwd. Augusto Del Giovane heeft ooit verteld dat de carrosserie zelf werd gemaakt van aluminium dat nog in de werkplaats lag dat met klinknagels aan elkaar werd gemaakt.
De montage van de panelen was grof waarbij het buizenframe van de auto werd gevolgd en dat zorgt er voor dat uiterlijk hoekig en agressief overkomt. Bepaald niet de zachte, aantrekkelijke lijnen die destijds populair waren.
In die jaren was het niet eenvoudig om verf te vinden waarmee aluminium kon worden gespoten zonder primer. Dit was nodig om het gewicht laag te houden. Een bevriende piloot van Alitalia schijnt de speciale lichtblauwe verf meegenomen te hebben uit Engeland. Helaas was er maar één blikje, dus er bleven delen van de auto die ongeverfd bleven. Volgens Augusto werden restjes groene verf uit de werkplaats gebruikt voor de afwerking. Het lakwerk was, net als de carrosserie, met een paar snelle spuitbeurten zo klaar.
Volgens de normen van Del Giovane moest een auto snel gaan, hij hoefde er niet goed uit te zien. En ja, volgens Augusto Del Giovane was hij snel.
De Fiat 850-motor werd opgeboord naar 896cc en de radiateur werd onder een hoek van 36° naar voren geplaatst. De versnellingsbak was gebaseerd op die van de Fiat Giardinetta, of op die van de Fiat 850 zelf maar de tandwielen werden ingekocht en vervolgens gemonteerd door Del Giovane. Met het chassisnummer nr. 003 nam deze auto deel aan het Italiaanse kampioenschap F850 in 1972 voordat hij twee jaar later werd verkocht aan Annino Conti, een Italiaanse coureur.
De resultaten van het seizoen waren bevredigend: Augusto behaalde op 16 april in Monza en op 10 september in Vallelunga de eerste plaats.
In totaal namen de auto's en coureurs van Del Giovane deel aan zeven races. Opnieuw kwam Augusto in 1973 op het circuit van Lazio op 18 maart op de eerste plaats en het jaar daarop opnieuw op 9 juni: altijd in het nationale F850-kampioenschap.
In 1974 behaalde hij ook zeges bij Mugello en Magione. Daarna, in 1978, nam het team deel aan het nieuwe kampioenschap genaamd Trofeo Formula 850 met een cilinderinhoud van 903 cc en een GBC-motor afgeleid van de Fiat 850 (of Fiat 127): ook in dit geval haalde Del Giovane het podium, dit keer met Nicola Fasanella .
Zoals veel auto's die zijn afgeleid van de voormalige Formule 850, werd de Del Giovane begin jaren tachtig omgebouwd en geüpdatet om te kunnen concurreren in de nieuwe Formule Panda met dezelfde 903cc-motor. De auto die hier wordt getoond valt nog in deze categorie, want hij heeft een langere wielbasis en gewijzigde ophanging: door deze aanpassingen kon de sportieve levensduur van een verouderde auto verlengd worden.
Racen werd steeds professioneler en de tijd van de kleine tuners als Del Giovane was voorbij; deze laatste aanpassingen waren hun ‘zwanenzang’.
De auto werd door een verzamelaar gevonden in de zuidelijkste uithoek van Italië en na een reeks tegenslagen hij eind 2019 verkocht aan de nieuwe “tijdelijke bewaarder”, Die onderzocht de geschiedenis ervan en stelt dat dit kleine, ruwe, lelijke en vervelende voertuig het verlangen om te presteren en te racen vertegenwoordigt.
Het was het product van een familie die succesvol werd met slechts een paar gereedschappen en een zelfgemaakte draaibank, maar die helaas nooit zijn volledige potentieel heeft gerealiseerd.
Als je op de foto hieronder klikt kun je het filmpje van de Del Giovane met lopende motor bekijken.
De gebroeders Pederzani bouwden 14 auto's voor de Formula 850. Ze waren oorspronkelijk afkomstig uit Bologna en eigenaren van een bedrijf in de hydraulische sector maar werden aangetrokken door de racewereld waarin ze begonnen met karts en via de Formula 250 en Formula 850 zelfs uitkwamen bij de Formule 1!
Ze creëerden Tecnokart, dat meteen naam maakte vanwege de originaliteit van het ontwerp en de uitstekende prestaties, waardoor ze drie jaar op rij de kart-wereldkampioenschappen wonnen.
De ervaring leerde hen dat jong talent in alle stadia moet strijden om in de Formule 1 te komen, en daarom besloten ze een volgende stap te zetten en een monoposto te bouwen, aangedreven door een 250cc Ducati eencilindermotor; dat was vergelijkbaar met de Britse F3 waar een Norton-motor gebruikt werd. Dat was echter niet genoeg om zich te kwalificeren voor de grote racecircuits.
De Tecno F250 op een Fiat 241; mooi transport
Daarom presenteerden ze in 1966 hun eerste echte auto, de Formule 850, met een originele constructie die meer op een kart leek dan op een monoposto. De gewichtsverdeling, met zijn centraal geplaatste brandstoftank en een vrij korte wielbasis was de blueprint voor alle Tecno's.
Ingenieur Pederzani met een Tecno Formula 850
Een logische volgende stap was de Formule 3 en daar werd vrijwel meteen gewonnen want bij zijn debuut in 1968, met Jean-Pierre Jassaud achter het stuur, werd de Formule 3-race tijdens de Grand Prix van Monaco gewonnen. Al snel brak onder de jongere coureurs van die tijd de ‘Tecno-koorts’ uit. Velen kozen voor de monopostos uit Bologna in plaats van voor de Engelse alternatieven Lotus, Cooper en Brabham. Denk aan Ronnie Peterson, François Cevert, Clay Regazzoni, Patrick Depailler, Nanni Galli, Jean-Pierre Jabouille en Arturo Merzario. Allemaal raceten zij met Tecnos en haalden grote successen. Dit zijn allemaal coureurs die de Formule 1 hebben gehaald.
Tijdens het maken van andere artikelen over de Formula 850 herinnerde ik me dat ik jaren geleden, in 2016 om precies te zijn, op de beurs Auto e Moto d’Epoca in Padua een heel fraaie Formula 850 had gezien, een Fide. Een beursprijs van € 20.000 voor een raceklare auto lijkt dan niet zo vreemd als Sotheby's € 16.000 vraagt voor een restauratieobject.
De foto's terugvinden was niet zo makkelijk maar ze zijn gevonden en natuurlijk meteen in een album gezet dat je kunt zien als je op de foto klikt.
Over Fide is weinig informatie terug te vinden en het merk wordt niet besproken in "Fiat 850 le Fuoriserie" maar de auto wordt gelukkig weer gebruikt in competitie door Franco Catalano die er onder andere heuvelklims mee rijdt:
Klik op de foto hierboven als je Franco Catalano in de Fide in actie wilt zien in Lago Montefiascone.
Klik op de foto hierboven als je Franco Catalano in de Fide in actie wilt zien in de Coppa del Chianti.
Marras was een Romeinse monteur die zich aan het einde van de jaren zestig onderscheidde als coureur en autobouwer voor de zogenaamde "tris" -races, een sprintwedstrijd over slechts twee ronden die openstaat voor elke vorm van sportauto. De bedoeling was om tegen lage kosten en bijna zonder reglementen een leuke competitie op te zetten.
Vanwege de successen in deze races bouwde Marras in 1968 zijn eerste en enige echte racewagen voor de Formule 850.
In 1969 werd er een update aan de auto gedaan en maakte een vriend van Marras, Antonio Ciacci, zijn debuut als coureur. Hij racete onder het pseudoniem "Tony Latini. Ik heb er geen resultaten van kunnen vinden en ook niet of er na 1969 nog geracet is.
De auto is bewaard gebleven en Vincenzo Zupo rijdt er nog steeds mee rond in de Trofeo Formula 850; je kunt hem bezig zien in dit filmpje van de races in Magione in september 2022 .
Niets is mooier dan in een vader-zoon team aan auto's bezig zijn. Ik kan het weten want samen met mijn jongste zoon hebben we veel zaterdagen gewerkt aan (nu) mijn Fiat 850.
In Italië was er in de 50er jaren ook zo'n team, Gino en Lucio De Sanctis. De familie bezat een Fiat dealerschap in Rome en toen junior wilde gaan racen met een bolide van eigen makelij was de stap naar een eigen racemerk snel gezet. Vooral in 1959 waren ze het team met de meeste overwinningen. Dat was vooral te danken aan het vooruitstrevende ontwerp van hun auto's. De auto hieronder is een de Sanctis Formula Junior. In deze competitie werd gereden met motoren tot 1100cc:
Na het bekend worden van het reglement voor de Formula 850 begonnen ze met de bouw van een auto voor deze competitie. Bij het ontwerp van het chassis zorgden ze er voor dat dit later eenvoudig aan te passen zou zijn voor het geval de reglementen wijzigden of voor de komst van een nieuwe klasse. De motor werd door de Sanctis zelf ontwikkeld en gekoppeld aan een aangepaste versnellingsbak van een Fiat 500. De carrosserie van de eerste auto was aluminium, terwijl alle latere auto's een polyester body kregen. Die werd gemaakt door de gebroeders Fillachione.
De eerste race voor de De Sanctis Formula 850 was op 29 oktober 1967 in de Coppa Pesci (Vallelunga) waarbij het team eindigde op de eerste (Claudio Francisci) en de derde plaats (Erik Banti). De Formula 850 startte pas echt in 1968 en in dat jaar won De Sanctis zo ongeveer alle prijzen: de Federauto Cup (constructeurstitel) en de coureurstitel (Gianluigi Picchi) in de competitie van de CSAI. Ook won Giovanni Belli de heuvelklimcompetitie.
In 1969 werd er kleine aanpassingen aan de auto gedaan, niet alleen op het gebied van veiligheid maar ook de motor kreeg een upgrade van 64pk naar 68pk. Daarbij werd er vooral op gelet dat er ook bij lage toerentallen voldoende trekkracht was. Dat bleek succesvol want ook in dit jaar werden weer veel prijzen gewonnen.
Hoewel de auto in 1969 weer verbeterd werd vielen de resultaten tegen, vooral omdat het coureursteam uiteenviel. Ook was er een algehele malaise in de autowereld wat voor verslechterende financiële omstandigheden zorgde. Dat was de reden dat het merk De Sanctis rond 1970 stopte. Tot die tijd werden er 29 Formula 850 auto's gecertificeerd al kan dat ook te maken hebben met hercertificering van bestaande auto's vanwege technische veranderingen. De Sanctis was een belangrijke deelnemer aan de Italiaanse autosport. Zo belangrijk dat er een boek aan gewijd is:
Het prachtige exemplaar hieronder is verkocht door Franco Lembo en heeft een 843cc motor die eerst bij Abarth is langs geweest. Met deze auto kan de nieuwe eigenaar deelnemen aan Formule 3 races voor klassieke race-auto's.
Op internet vond ik ook deze De Sanctis uit 1969, chassis nr. 803. Hij staat te koop voor een onbekend bedrag. De auto werd eerste in het Italiaanse kampioenschap van 1969, gereden door Marcello Gallo.
Ik heb een album gemaakt met foto's van de verkoopsite:
Klik op de foto of hier voor het album.
De auto heeft alle CSAI documenten en een CoO (Certificate of origin) en is raceklaar.
In 2016 werd op de Sotheby's veiling Duemila Ruote in Milaan deze de Sanctis verkocht. Voor bijna € 16000 zonder veilingkosten maar met een hoop werk:
Bonfanti Garage kocht een restaureerde deze de Sanctis. Toen de auto in de werkplaats stond werd dat gefilmd en toen die klaar was showden ze het resultaat ook op Youtube. Beide films heb ik gedownload zodat ze reclamevrij te bekijken zijn en die kun je hier (aankomst) en hier (gerestaureerd) bekijken.
Van de Formula 850 van De Sanctis is op internet veel te vinden; een kleine selectie van de foto's en een paar filmpjes:
Een De Sanctis en een Biraghi:
Van YouTube heb ik deze films gedownload:
Alberto Mattii deed in een De Sanctis mee aan de wedstrijden bij Lago Montefiascone. Daar heb ik deze beelden van.
Federico Giuseppe Parrinello-Meli deed met een De Sanctis mee in Magione. En ook daar zijn beelden van.
Recent werd een De Sanctis Formula 850 gerestaureerd. Waar een gewone Fiat 850 nog een redelijk eenvoudige techniek heeft zit zo'n Formula 850 bomvol technisch vernuft:
In 1966 bouwde Mario Zambarbieri in Milaan een serie racewagens in de klasse Formula Baby Junior. Er zat een Fiat 500 motor in dus dat was tobben. Om de boel wat sneller te maken monteerde hij tussen 1966 en 1968 een opgekietelde Fiat 850 Coupé motor in het chassis maar dan andersom geplaatst als in de meer normale 850's.
In die jaren maakte de auto natuurlijk een ontwikkeling door:
In 1966, de eerste serie van de MZ Formula 850, had deze het chassis van de MZ Formula Baby Junior en een aluminium body.
Deze auto deed mee aan de eerste Formula 850 race, de trofeo Federauto, die op 1 mei 1966 gereden werd op het circuit van Monza.
De versie van 1967 kreeg een nieuw stalen buizenframe met een fiberglass body en het vermogen van de zelf ontwikkelde motor ging naar 68pk bij 8000 tpm.
De versie van 1967 kreeg schijfremmen voor en trommelremmen achter. Bijzonder detail waren de veren waarvan de ophangpunten naar binnen het frame waren verplaatst om de aerodynamica te verbeteren.
In 1968 kreeg de auto een nieuwe fiberglass body en remmen afgeleid van de Fiat 124. Om de auto goedkoper te maken daalde het vermogen naar 64pk.
Een van die auto's (model 1968) stond te koop voor de lieve som van GBP £12,950. Erg zeldzaam dus de prijs zal wel reëel zijn. Je krijgt er de build-sheet en de originele factuur bij.
Ik zie Pirelli Cinturato's, CN53's. Wat een heerlijke banden waren dit onder Fiats!
Tancredi Simonetti begon zijn carriere in de autotechniek bij O.S.I. maar toen dat bedrijf in 1967 werd opgedoekt stapte hij over naar A.T.S. waar hij met de eigenaar Carlo Chiti werkte aan de ontwikkeling van de A.T.S. 1000 SP, een auto voor de heuvelklimcompetitie. Die ontwikkeling werd om financiële redenen gestopt en daarna startte hij zijn eigen bedrijf A.M.S. (of Attrezzature Meccaniche Speciali), in Casalecchio di Reno bij Bologna.
Hij begon eind 1968 met de bouw van een Formula 850 die pas eind 1969 raceklaar was. De auto had een buizenchassis met vierkante verstevigingen; de aluminium carrosserie werd gemaakt door Medardo Fantuzzi die we kunnen kennen van Carrozzeria Fantuzzi waar vele speciale carrosseriën voor Ferrari, Maserati en Serenissima werden geklopt.
De auto's die door Simonetti werden gebouwd (niet alleen de Formula 850) waren technische hoogstandjes en blonken uit door bouwkwaliteit, betrouwbaarheid en het gemak waarmee onderhoud en reparaties gedaan konden worden. In alle competities waarin ze deelnamen behaalden ze hoge klasseringen. Van de A.M.S. Formula 850 zijn in totaal 4 of 5 exemplaren gebouwd. Hieronder de A.M.S. met chassisnummer 001 uit 1969 in aanbouw.
De A.M.S. hieronder vond ik bij Aquarama en het is dezelfde auto die je hierboven ziet. De foto's werden genomen tijdens de restauratie die op dat moment bijna klaar was. De motor en de COLOTTI-versnellingsbak waren gereviseerd en de carrosserie was klaar om gespoten te worden. Er was nog werk aan het elektrische systeem en de schokbrekers en de remklauwen moesten nog worden gereviseerd.
Meer foto's in een album dat je kunt openen door op de foto of HIER te klikken.
De auto is verkocht, compleet met veel historische documentatie. Foto's van de complete auto heb ik nog niet gevonden. Artikel wordt hopelijk later aangevuld.
In de stijl van de Amerikaanse midget-racers werd in Amerika een racer gebouwd met een Fiat 850 motor, een 850 Formula Junior. Of er ooit echt mee geraced is is onduidelijk en in welk soort races ook.
De auto heeft een aluminium en fiberglass carrosserie en de eigenaar vond het in 2008 een "professioneel gebouwde auto", die werd gevonden in Ohio maar die nu in North Alabama schijnt te staan. Er valt over de creatie niet veel informatie te vinden; de foto's vond ik op race-cardrivers.com maar ze staan ook het Spaanse Seat 850 forum.