Wat is er nieuw?
- De Weber DCD voor de Fiat 850 is klaar
- Handboek Weber DCD 28-36 voor Fiat 850 1000cc
- Motor-porno in de Fiat 850
- De Fiat 850 van mock-up naar opbouw
- ARP draadeinden in mijn Fiat 850 motor
- Nieuw gasklepmechanisme voor de Fiat 850
- Definitieve kleur op de motor van de Fiat 850
- Chokekabel voor de Fiat 850
- Oliekoeler voor de Fiat 850
- Fiat 850, zoek de verschillen
Licentiebouw
Ik heb ook veel foto's van Seat 850's waar ik geen verhaal bij kan maken maar die ik wel graag een plekje wil geven. Die plaats ik daarom in deze, aparte, rubriek.
José Luis, een vaste bezoeker van deze site, stuurde me een aantal afbeeldingen van een Seat verzamelfolder van 850 modellen. En waarom zou ik die voor mezelf houden?
De "Largo" had een 15 cm langere wielbasis dan de "Normal" en dat resulteerde ook in een totale lengte die 15 cm langer was. De rest van de specificaties was gelijk.
Op dat moment dat de Fiat 850 in 1964 werd gepresenteerd, dachten sommige van ontwerpers erover om er herinterpretaties (Kijk ook in het menu Le Fuoriserie van deze site) van te maken. Zo ontstond ook het idee om van de 850 een miniatuur vierdeurs te maken. In Spanje gebeurde dat al met de SEAT 800, een 600 met achterdeuren.
Onder andere Allemano en Mantelli maar zeker Francis Lombardi ontwierpen dus verschillende modellen met vier deuren voor de nieuw uitgebrachte Fiat 850 waarvan alleen die van Lombardi succesvol waren. Misschien omdat hun model het eenvoudigst en gemakkelijkst te produceren is, omdat er geen veranderingen aan het chassis nodig waren om de wielbasis te verlengen. Ook werd de uitrusting niet luxer zoals Allemano deed met zijn elegante versie vol chroom en betere interieurafwerkingen.
Zo komen we bij de Seat 850 4-deurs Corto, een zeldzaam en zeer onbekend model.
Zoals tussen SEAT en Fiat was afgespreken kwam de 850 twee jaar na het Italiaanse debuut in Spanje op de markt, op het juiste moment om succesvol te kunnen zijn in de groeiende markt. In dat jaar, 1966, bereikte de carrosseriebouwer Manufacturas Railly SA (MARSA) uit Barcelona een overeenkomst met Lombardi om de vierdeursversie van de 850 onder licentie te produceren. Dat was zakelijk gezien een behoorlijk slimme zet want ondanks de economische groei kon de Spaanse middenklasse zich nog steeds geen sedanmodellen veroorloven. De vierdeurs SEAT 850 van MARSA was een goedkope sedan en was daarmee een goede commerciële optie tot in 1968 de Seat 124 beschikbaar zou komen.
Toch werd de Corto geen succes. Een van de oorzaken was dat het ontwerp van Lombardi veel problemen kende. Dat werd voornamelijk veroorzaakt door het feit dat de wielbasis niet werd vergroot. Om een vierdeursmodel te realiseren werden de voorportieren iets ingekort om ruimte te maken voor de achterportieren. Resultaat: voorin had je te weinig ruimte voor je benen (terwijl de stoel ook in een zeer verticale positie stond), achterin was alleen plaats voor kleine kinderen.
Bovendien waren de uit Italië meegeleverde onderdelen niet van de beste kwaliteit. In feite waren ze zelfs (nog) slechter dan de carrosseriedelen die werden gebruikt op de tweedeurs 850's van SEAT. En om het nog erger te maken, kon de kleine MARSA het door SEAT opgelegde productietempo niet bijhouden. Ze waren dan ook niet alleen leverancier van carrosserie en techniek maar ook verantwoordelijk voor het op de markt brengen van deze versie met vier deuren in het Spaanse dealernetwerk. Duidelijk een te zware opdracht voor het kleine bedrijf.
Uiteindelijk haalde SEAT de vierdeurs 850, nadat er slechts 419 exemplaren door MARSA waren geassembleerd, van de markt. Ter vervanging daarvan presenteerde het een eigen versie die werd geproduceerd in samenwerking met Carrocerías Costa, het moederbedrijf van de toekomstige Inducar. Deze keer werd de wielbasis met ruim vijftien centimeter verlengd. Dit was voldoende om fatsoenlijke portieren maar ook vooral comfortabelere voorstoelen te hebben. Deze werd ook wel "Lujo" (Luxe) genoemd
SEAT 850 Especial Lujo
Van de vierdeurs 850 die door MARSA werd geproduceerd zijn er momenteel slechts drie overgebleven. Zo is deze auto een waar juweeltje dat door "SEAT en Rodaje" al zo'n tien jaar in perfecte staat wordt gehouden. De restuaratie van de Corto vind je HIER
In 1950 werd Sociedad Española de Automóviles de Turismo, S.A opgericht (Automóvil de Turismo betekent personenauto) en op 13 november 1953 rolde de SEAT 1400 van de band, toen nog bij de fabriek in de Zona Franca (vrijhandelszone) in Barcelona. Deze eerste 1400 haalde een topsnelheid van 120 km/h en bleef tot 1964 in productie. Er werden er in totaal 100.000 stuks van gebouwd. in 1957 kwam de SEAT 600 die werd gebouwd onder licentie van de Fiat 600. In 1966 kwam de SEAT 850.
DE SEAT 850
De Spaanse 850 werd uitgebracht om het assortiment van Seat te completeren en vormde uiteindelijk een complete productlijn, dit vanwege de verschillende carrosserieën die ervan werden uitgebracht. En net als bij Fiat was de SEAT 850 de logische evolutie van de Seat 600. De Seat 850 kwam uit in 1966, twee jaar na de Fiat 850. In april 1966 had de auto zijn debuut op de eerste Salon van Barcelona die na de burgeroorlog werd georganiseerd. SEAT gebruikte hetzelfde ontwerp en dezelfde motor als de Fiat 850 Super, met 37 pk vermogen en 7 fiscale pk's (zodat de luxebelasting die in Spanje bestond 1967 vermeden werd).
Alle Seat 850's kregen een handgeschakelde versnellingsbak, de Idroconvert werd in Spanje niet geleverd. De prestaties van de Seat waren gelijk aan die van de Fiat. Wel verschilde het koelsysteem op meerdere punten van dat van de Fiat: de radiateur van de Seat is opgebouwd uit meer rijen (3) dan die van de Fiat modellen en heeft daardoor een grotere koelcapaciteit. Vanwege dit verschil is het niet mogelijk diverse onderdelen onderling te gebruiken: Luchtgeleider, rubber tussen carrosserie en radiateur en de veren waaraan de radiateur is opgehangen. Verder zijn de waterafvoerslang en de bijbehorende klem anders.Omdat de druk in het koelsysteem bij de Fiat 850 groter ( 1 bar) is dan die van de Seat (0.8 bar) kan ook de radiateurdop niet worden gewisseld tussen de merken.Tenslotte zijn ook de retourslangen van het kachelhuis niet hetzelfde.
Er kwam ook een 4 deurs versie uit. In het eerste verkoopjaar was er een beperkte serie beschikbaar, de SEAT 850 4 Deurs Corto (kort) die gebaseerd was op de tweedeurs sedan.
Het was niet meer of minder dan een afgeleide van de Francis Lombardi 850 Lucciola. Dit model werd gebouwd door Manufacturas Railly SA (MARSA) onder licentie van Francis Lombardi, al was dat met meer rechtlijnige vormen.
Er zijn nog 3 exemplaren van de in totaal 419 gebouwde Baja's over want hun bouwkwaliteit was stukken minder dan die van de Italiaanse versies. "SEAT en Rodaje" heeft één van die exemplaren in bezit. Over dit model is er een apart artikel.
Later, in 1968, ontwikkelde Seat zijn eigen 4-deurs in samenwerking met de carrosseriebouwer Costa en maakte er een echte vierdeurs sedan carrosserie van, met een wielbasis die met 15 centimeter werd verlengd. De auto groeide in de lengte een beetje maar de breedte- en hoogteafmetingen bleven behouden.
De officiële naam was SEAT 850 4-deurs, waaraan de naam “Lujo” werd toegevoegd. Deze versie kon goed concurreren met de Spaanse Renault 8 en Simca 1000.
DE SEAT 850 COUPÉ VAN 1967
De Italianen presenteerden gelijktijdig de Fiat 850 Coupé en de 850 spider op de Autosalon van Genève in maart 1965, met de 843 cm-motor3 krap tot 47 pk (49 pk in de cabriolet).
Deze motoren hadden een tweetraps Weber 30 carburateur, een nieuwe nokkenas en grotere kleppen en een beter uitlaatspruitstuk. De topsnelheid bedroeg 135 km/u voor de Coupé en 145 km/u voor de tweezits spider.
De coupé was een eigen ontwerp, maar de cabriolet werd uitbesteed aan Bertone, zowel het ontwerp als de productie.
De 850 coupé kwam in 1967 uit op Spaanse bodem en had dezelfde motor als de Italiaanse tegenhanger. En net als de latere 850 Special had hij schijfremmen voor en geperforeerde velgen met bredere banden.
DE SEAT 850 SPECIAL UIT 1968 EN DE 850 D UIT 1971
De Seat 850 Special uit 1968 was gelijkwaardig aan de Fiat 850 Special van februari van hetzelfde jaar maar onderging enkele verbeteringen, zoals de iets verbeterd 843cc-motor die tot 47 pk werd opgevoerd. Als je ergens leest dat ze 52 pk hadden waren dat SAE-pk's en geen DIN-pk's.
De Special had dezelfde versnellingsbak als de 850, maar met een andere eindverhouding en was in elke versnelling sneller dan de normale 850. Een belangrijk verschil met de basisversie waren ook de remmen want hij had in plaats van vier trommelremmen nu schijven voor en was daarmee beter bestand tegen fading.
De trommelremmen achteraan bleven maar de Special kreeg wel bredere banden.
In de bladen van die tijd werd geadverteerd met "Laad hem vol, zet hem op 140+ en je weet waarom we hem Special noemen."
De prijs bedroeg 86.000 peseta's, een klein verschil met de 75.900 peseta's die de tweedeurs 850 N kostte.
De 850 N was het vierde model in het assortiment, naast de 850 Coupé en de 850 Especial 4 deurs. De 4-deurs met de motor van 37 pk was niet meer leverbaar.
Later, in 1971, vond er kleine aanpassingen plaats en werd het assortiment steeds gevarieerder: 850 D, 850 D Special en 850 D Special Luxury.
De 4 deurs werd vanaf dat moment door INDUCAR geproduceerd. De vernieuwde 850 D kreeg 42 pk, vernieuwde grille, betere stoelen en alle modellen kregen een gescheiden remcircuit, dat in 1971 in Spanje verplicht werd gesteld.
DE SEAT 850 SPORT ‘SPIDER’ VAN 1969
SEAT probeerde een eigen ontwerp van een cabriolet te maken (lees daarover DIT ARTIKEL), maar gebruikte uiteindelijk het ontwerp van Bertone, getekend door Giorgetto Giugiaro.
De ‘spider’ kwam in 1969 uit in Spanje en was de eerste nicheauto van het merk. Deze cabriolet was gebaseerd op de tweede serie van de Italiaanse Fiat 850 Sport spider die in maart 1968 werd gepresenteerd.
De Seat 850 ‘spider’ had een 903 cm3 motor met een Bressel 30 DIC 1 tweetrapscarburateur en 9,5:1 compressie. Hij leverde 52 pk en daarmee leverde hij betere prestaties.
De ‘Spider’ was net een klein speeltje. Met een leeggewicht van 705 kg (of 715 kg met de hardtop) was hij sneller dan de Coupé, hij haalde een snelheid van 150 km/u. Rijklaar woog hij minder dan 1000 kg.
Ik noem de auto trouwens ‘Spider’ tussen aanhalingstekens omdat SEAT die naam niet echt gebruikte want deze was geregistreerd door Fiat. De typenaam werd simpelweg SEAT 850 Sport.
Noch de Seat 850 Sport, noch de Seat 850 Sport Coupé werden geëxporteerd, daar zorgde Fiat voor. Momenteel blijft het de enige cabriolet die SEAT heeft vervaardigd die niet geexporteerd werd. Er zijn er maar heel weinig van geproduceerd: 1.746 tussen 1969 en 1972.
In datzelfde jaar produceerde SEAT zijn miljoenste auto!
DE SEAT 850 SPORTCOUPÉ VAN 1970
De coupé werd herzien naar aanleiding van de make-over van de tweede serie, de Fiat 850 Sport Coupé uit 1968, met dubbele koplampen en een motor van 903 cm3 en een vermogen van 52 pk. De SEAT 850 Sport Coupé, gepresenteerd in januari 1970, had enkele esthetische verschillen vergeleken met de 850 Coupé en dezelfde motor als de 850 Sport (de 'spider').In Italië vond er in 1971 een extra make-over plaats om zich aan te passen aan de eisen van exportmarkten zoals de Verenigde Staten, maar dit had geen invloed op het Spaanse model aangezien het niet werd geëxporteerd. Alleen de koplampen en de positie van het embleem op de neus veranderden. ) ouders in de denigrerende zin van het woord.
DE 850 ORSA SPRING 1972 SPECIAL
Vanaf 1967 was in Italië de 'Siata Torino' Spring verkrijgbaar, een goedkope alternatieve versie van de Fiat 850 spider, gebaseerd op de tweedeurs sedan, en met een voor die tijd zeer "retro" ontwerp. Siata Torino ging ging failliet en sloot in 1970 zijn deuren na ongeveer 3.500 exemplaren te hebben verkocht. Twee jaar later nam het nieuw opgerichte Officina Realizzazioni Sarde Automobili (ORSA) de licentie over, maar omdat Fiat in 1972 stopte met de productie van het basismodel was het een logische stap om met SEAT te praten, die de 850 nog wel produceerde en naar sommige markten exporteerde als ‘Fiat costruzione SEAT’.
Zo werd dit model van 1972 tot 1975 opnieuw geproduceerd op Sardinië (Italië) als ORSA Spring 850 Special -van de Spaanse 850 Special-. De productie ervan was zeer beperkt, aangezien de verkoop van sportwagens in Italië aanzienlijk daalde na de oliecrisis van 1973. Over deze auto is een uitgebreider artikel te vinden als je deze LINK aanklikt
Hoewel Fiat tussen 1971 en 1973 de productie van de 850 stopte, duurde het, afhankelijk van de carrosserie, in Spanje iets langer. In 1974 verliet exemplaar nummer 662.832 de fabriek in de Vrijhandelszone van Barcelona. Het hoogtepunt van zijn populariteit waren de jaren 1970-1971, jaren waarin de productie de grens van 100.000 exemplaren overschreed. Je mag daarbij niet vergeten dat de productie van de SEAT 600 slechts een paar maanden eerder, in 1973, was beëindigd en dat beide modellen dus bijna de gehele commerciële levensduur van de 850 naast elkaar hebben bestaan. De laatste exemplaren werden in 1975 geregistreerd, aangezien er nog voorraad was toen de SEAT 127 uitkwam.
Pirin-Fiat bouwde in Lovech, Bulgarije, Fiat modellen in licentie. Het bedrijf was het resultaat van een samenwerking tussen Fiat en SPC Balkankar (een Bulgaarse coöperatie). Er werd vijf jaar geproduceerd, van 1967 tot 1971. De modellen die werden gebouwd waren de Fiat 850 sedan, Coupé en Fiat 124 sedan/stationwagen.
Fiat en SPC kwamen in 1966 na stevig onderhandelen het volgende overeen:
- Tot eind 1966 zou Fiat 300-350 Fiat 850's leveren in complete knockdown (CKD) kits, die door SPC Balkankar zouden worden geassembleerd.
- Tot eind 1967 zou Fiat 3000-5000 Fiat 850's leveren als CKD, weer te monteren door SPC Balkankar.
- Fiat zou de fabriek voor de assemblage en gedeeltelijke vervaardiging van auto's ontwerpen. Op een later tijdstip zou deze operationeel zou worden in Bulgarije.
- Fiat zou een netwerk van tankstations opzetten.
- Fiat zou een magazijn voor reserveonderdelen ontwerpen en bouwen.
In het contract (in twee delen: 1A en 2A) voor 5 jaar werd verder vastgelegd dat SPC Balkankar Fiat moest betalen via ruilhandel met Bulgaarse goederen; dit omdat landen in het Oostblok geen buitenlandse valuta ter beschikking hadden.
Het definiteve contract werd ondertekend in Turijn op voorwaarde dat Balkankar de personenauto's Fiat 850 sedan, Fiat 850 coupé, Fiat 124 sedan en Fiat 124 stationwagen mocht assembleren. Er kon begonnen worden met ontwerp en opbouw van de fabriek en op 10 mei 1967 arriveerden de eerste 18 Fiat 850's bij de "Fabriek voor Personenauto's Balkan" in Lovech.
Nadat de Bulgaarse medewerkers waren getraind in de assemblage van de Fiats werd besloten een Bulgaars klinkende merknaam voor de auto's te kiezen; de onofficiële naam was Pirin, maar die stond nooit op de auto's zelf. De eerste Fiat 850 werd op 27 juni 1967 in de Balkanfabriek geassembleerd.
Op 12 maart 1968 werden de eerste Fiat 850's op basis van contractvariant 2A als CDK in de fabriek geleverd waarna op 2 april de vaste technisch adviseur van Fiat zijn werk begon. Op 4 april 1968 begon de werkelijke montage van de Fiat 850.
Omdat het een geassembleerde 850 is zijn er weinig tot geen uiterlijke verschillen te zien met de Italiaanse versie.
De fabriek was echter nog niet af want er ontbraken nog allerlei machines dus werd tussen april en mei 1968 de Bulgaarse ingenieur Dimitar Damyanov naar Turijn gestuurd om een contract met Fiat te ondertekenen voor de levering van las- en assemblagemachines. Fiat stuurde ook ingenieur Brasio als technisch adviseur naar de Balkanfabriek in Lovech en aan het eind van dat jaar kwamen ook de Fiat specialisten Mueller en Grimaldi om de verfmachines te installeren. Toen konden er eindelijk auto's in aantallen worden gebouwd. Of toch niet?
Het vijfjarige contract tussen Balkankar en Fiat liep in 1971 af en werd niet verlengd. De laatste Fiat 850 verliet de fabriek in Lovech in september 1971. Het totaal aantal gebouwde 850's bleef ver achter bij de planning: Van de Berlina werden slechts 360 stuks geassembleerd, van de Coupé 89. De bouw van de 124 (sedan en stationwagen) werd na 309 exemplaren gestaakt.
Ook al werden er maar 89 Coupés gebouwd, toch slaagde een cameraman er in om er een te filmen tijdens de opnames voor een documentaire:
Bijna alle merken hebben ontwerpen, projecten en prototypes weggegooid en daar is vaak nog wel documentatie van, maar sommige van die projecten zijn opzettelijk de vergetelheid in gejaagd. Om die vaak interessante modellen boven water te krijgen is een interessante tak ‘motorarcheologie’ ontstaan en daar zijn soms mooie verhalen en foto's over de Fiat 850 te vinden.
Denk nou niet dat ik heel de dag op zoek ben naar die exotische verhalen en foto's. Integendeel, ik laat Google zoeken naar interessante artikelen en daaruit destilleer ik wat de moeite waard is. Daar komt dit verhaal vandaan: hoe de SEAT 850 Sport ontstond.
De Spaanse markt was klaar voor een sportwagen, misschien niet zozeer vanwege gewenste prestaties maar eerder qua stijl en exclusiviteit en dus zag SEAT voldoende mogelijkheden voor een Spider. Zoiets als de Fiat 850 Spider van Bertone die in 1965 gelanceerd was.
Fiat besteedde die productie van die Spider uit aan Bertone wat voor SEAT onmogelijk was. De auto zou in Spanje te hoge importheffingen krijgen en onbetaalbaar worden. Daarom was productie in eigen land belangrijk. Hiermee werd de gedachte geboren om de SEAT 850 Sport dan maar volledig in Spanje te ontwikkelen.
De licentiekosten die Bertone rekende voor het gebruik van het ontwerp waren echter zo hoog dat dit plan niet levensvatbaar leek. Dus werd aan SIATA de opdracht gegeven om te onderzoeken of een 850 Spider met eigen carrosserie mogelijk was. Hoewel SEAT van Fiat een grote vrijheid kreeg bij het ontwikkelen van modellen moet wel worden opgemerkt dat die vrijheid alleen gold voor modellen voor de Spaanse markt. SEAT mocht de Spider daarom niet exporteren; er was dus alles aan gelegen om de ontwikkeling van de Spider geheim te houden voor Fiat.
SIATA (Siata Española SA) had al eerder modellen gebouwd die waren afgeleid van de SEAT 600 (7000 stuks van de bestelwagen Formichetta en de Turisa cabriolet) dus er was al een relatie tussen de twee merken. Om het helemaal geheim te houden werd, volgens sommige bronnen, het bouwen van het prototype niet bij SIATA gedaan, maar in de werkplaatsen van Juncosa.
Toch weerhield dat SEAT er niet van om het project naar de pers te laten lekken en werd op 22 september 1967 een fotosessie van het prototype gemaakt voor de deuren van het SEAT kantoor in Madrid. Er viel nu niets meer te verbergen.
Uit verder onderzoek naar de mogelijkheden van de productie bleek dat in Spanje de benodigde onderdelen niet konden worden geleverd met hetzelfde kwaliteitsniveau als dat van Bertone. Ook kon niet het gewenste productietempo worden gegarandeerd. En toen SIATA het ontwerp klaar had bleek het ook nog veel overeenkomsten te vertonen met de Italiaanse Spider. Ja, ze hadden de voorkant veranderd en zelfs geëxperimenteerd met alternatieven voor de achterkant door de achterlichten van de Fiat 124 te monteren.
Maar het ontwerp werd (in ieder geval op het eerste gezicht) zeker herkend als een 850 Spider van Bertone.
SEAT moest nu erkennen dat het project met SIATA niet levensvatbaar was en sloot het project eind 1967 af. Gelukkig werd het prototype in ieder geval niet vernietigd en zou worden gebruikt tijdens de 6 Uren van Barcelona in 1968 voor de ereronde voor Paco Godia en Brian Muir. Kort daarna werd de auto in Andorra geregistreerd. Of die daar nu nog is kon ik niet achterhalen.
SEAT besloot om de 850 Spider met Bertone-carrosserie dan maar zelf te gaan produceren. SEAT kocht de carrosserieën van Bertone om ze te laten assembleren door hun beste technici. Deze opzet was nodig om het model als "Nationale Productie" te mogen registreren en daarmee in een lagere belastingklasse te laten vallen. En de rest is geschiedenis. De auto werd overigens niet verkocht als SEAT 850 Spider maar als SEAT 850 Sport. In Nederland rijdt (februari 2024) er één van.
Presentatie van de eerste Seat 850 Sport
Het is misschien wel interessant om na te denken over wat er gebeurd zou zijn als die eerdere stap, een ongelukkige proef, wel een succes zou zijn geweest. Welk model van de 850 Spider was er dan?
Paco Godia en Brian Muir rijden de ereronde in de Siata SEAT 850 Spider na het winnen van de 6 Uren van Montjuich in 1968 in een Ford GT40.
Informatie o.a. uit La Escuderia en foto's van SEAT, CEHAL Archive en Juan Miguel Pando Barrero (Pando Archive, IPCE, Spaanse Ministerie van Cultuur en Sport).
Neckar bouwde in licente 6619 exemplaren van de Fiat 850 en noemde deze "Adria". In de eerste bouwjaren werden deze uitgerust met een linnen dak maar door allerlei problemen werd later overgegaan op stalen schuifdaken. Die problemen waren zo vervelend dat Neckar kostenloze ombouw naar een stalen dak verzorgde.
Dit kan een Adria zijn; Duits kenteken en een linnen dak. De clignoteurs en de extra lampen lijken me niet standaard.
De Adria van Remo waar ik eerder over schreef is er een van 1966 en heeft een stalen schuifdak. Hij dacht jarenlang dat er nergens meer exemplaren bestonden tot......
En schreef me dit verhaal:
Opoe heeft familie.
Op 12 mei 1966 wordt een Neckar Adria geregistreerd in Nederland en dus met origineel Nederlands kenteken. Ze is niet de enige: tot nu toe weet ik dat er twaalf in Nederland zijn geregistreerd waarvan Opoe, zoals de Adria eerbiedig wordt genoemd, de oudste is. Op Opoe na bestaan ze niet meer. Er was verder geen tweede Neckar Adria meer bekend; niet in België, niet in Duitsland. De geschiedenis zou leren dat de meeste van de 6619 gebouwde in Frankrijk terecht zijn gekomen. In Frankrijk rijdt een blauwe “Adria”, een omgebouwde Fiat met Fiat-Abarth en Neckar logo’s op haar lichaam, een verkeerde kleur en op de logo’s na mist zij de specifieke kenmerken van een Adria.
Op 5 december 1988 word ik de trotse eigenaar van deze bijzondere Nederlandse 850. Sindsdien is het speuren naar de afwijkende onderdelen van een Adria: de geheel rode achterlichten, oranje knipperlichten, de emblemen. Dat is in de loop der jaren gelukt. De auto geeft zoveel rijplezier, het telkens moeten vertellen dat het geen Fiat of Seat is blijft een genot: hier staat een krasse, bijzondere dame.
Maar een tweede wordt niet gevonden. Niet bij clubs, niet op internet; 35 jaar lang niets en je begint bijna te geloven dat het echt de enige nog is die is overgebleven. Tot in november 2023 de opzet wordt gemaakt van een brief naar een museum. Na mijn dochter is er geen opvolger die in Opoe zal rijden en ze verdient een plekje waar iedereen net zo van haar kan genieten als nu het geval is.
Tijdens het schrijven van deze brief verwijs ik de directie naar Google: daar staat immers die enige overgebleven 850. Voor de zekerheid kijk ik internet nog even na. Bijna verstijfd blijf ik in mijn stoel zitten: een onbekend plaatje van wat duidelijk een Neckar 850 Adria is. ‘A Vendre’ staat er bij de 3 vage foto’s. Bouwjaar 1965, dus een jaar ouder dan Opoe.
Ongeloof maakt zich meester van mij. Vijfendertig jaar zoek ik een tweede. Als je je in de historie verdiept van de Adria blijkt het een ondergeschoven kindje te zijn. Logisch, de productielijnen bij Neckar stonden op sluiten en men had geen succes met de Adria. Te duur ten opzichte van de Fiat 850 en het standaard open canvas dak voldeed niet. Het sluitmechaniek waarvan de onderdelen al spoedig afbreken. De directie besloot het dak snel te vervangen door een “stahlschiebedach” dat in de opening van het canvas dakje paste. Ook nu problemen want de plastic geleiders braken na korte tijd af. Het canvas dak was overigens onder garantie om te ruilen voor het stalen dak.
Op een van die vage foto’s staat de auto duidelijk met een canvas dakje.
Het is maar één jaar geproduceerd en deze is aan de ruil van een stalen dak ontkomen. Al ruim 25 jaar staat ze stil, hoort dit bij een Adria?
Opoe stond immers 12½ jaar stil toen ik haar ontdekte. Ze heeft een deukje (makkelijk te verhelpen), krasje en heel oppervlakkig wat roest, niets doorgeroest gelukkig.
Let op het embleem en de volledig rode achterlichten.
Het kostte moeite, het vroeg de nodige hulp maar deze Adria mag binnenkort naar Nederland en zal ze herenigd worden met haar zus. En niet alleen met haar zus: ook broer 1500 CT Siata zal dan klaar zijn. Dat zal een prachtig moment worden. Net als Opoe en de 1500 CT gaat ze niet gerestaureerd worden, blijven ze 100% origineel.
Drie Neckars. Het moet echt niet gekker worden.
Via de Fiat 850 Facebook-pagina begreep ik dat Remo interesse had in rode achterlichtglazen (dus niet de oranje-rode die we allemaal kennen). Daarvan had ik een setje nieuwe liggen en de koop was dus snel gesloten. Het setje is bedoeld voor zijn origineel Nederlandse Neckar 850 Adria. Nou is een Fiat 850 al een zeldzame verschijning aan het worden maar een Neckar 850 Adria is dat helemaal. Tijd voor een paar foto's dus:
De auto is van 12-05-1966 en Remo heeft hem al sinds Sinterklaas 1988. Totaal aantal geproduceerde Adria's is 6.619 en dit is vrijwel zeker de enige overgebleven in Nederland. En zo zag de Duitse folder er uit:
Maar ook Leonard Lang, de Nederlands importeur, gaf een folder uit. En die was ontworpen door Ed Martaré. Voor degenen die nooit van hem gehoord hebben: hij maakte een hardtop voor de Fiat 850 Spider en daar lees je hier meer over.
Je ziet het album als je op de kaft klikt.
Wie Zastava zegt denkt meestal aan de van de Fiat 600 afgeleide modellen die steeds vaker worden gebruikt om Abarth 850 TC replica's te maken. Of aan de fameuze Yugo.
Waar we niet aan denken is dat Zastava ook Fiat 850's gebouwd heeft. Er valt weinig over terug te vinden maar via zoekmachines verschijnen er wel foto's.
De 850 werd van 1967 tot 1971 geassembleerd in Kragujevac in het toenmalige Joegoslavië. De kale carrosserie en de meeste technische onderdelen werd uit Turijn naar Kragujevac gebracht en daar geassembleerd. De keuze voor de onderdelen die er op geschroefd werden viel meestal op lokale producten zoals bobines van Iskra, Munja batterijen en Tigar banden. In de bouwjaren 1970 en 1971 kregen de motoren een bypass oliefilter.
De opslag van de kale carrosseriën in Kragujevac, November 1970.
Klaar voor de klant
Helemaal gelijk aan de Italiaanse Fiat 850, behalve de grille, het typeplaatje en de knop van de claxon.
De foto's hieronder komen van de Facebookpagina van Mateo Jurišević.
Zastava's werd ook uitgerust met een speciaal luchtfilter, zoals ook in Afrika werd gebruikt:
De Seat 850 werd in april 1966 voor het eerst gepresenteerd op de beurs van Barcelona. De Spaanse 850 was praktisch identiek aan de Italiaanse 850, hoewel hij in Spanje een krachtiger motor had, 42 pk, waarmee hij een topsnelheid van 125 km/u haalde.
Begin december 2022 vond ik op het internet een Spaanse site waar in 2016 de 50e verjaardag van de Seat 850 werd gevierd. Weinig tekst, veel foto's uit lang vergeten archieven.
Na het downloaden en bewerken van de foto's heb ik er een album van gemaakt om hier te delen.
Als je hierboven klikt wordt het album geopend in een nieuw venster.